Als je trombose hebt gehad, staat de wereld op de kop. Alles wat voorheen vanzelfsprekend was, kan ineens een grote uitdaging zijn geworden. Je moet jezelf opnieuw leren vinden. Dat is niet makkelijk. In dit artikel kun je lezen hoe Noa en Eline na hun longembolie hun mentale tegenslagen overwonnen.
April 2014. Eline is net zestien als ze weer thuis komt na twee weken in het ziekenhuis te hebben gelegen. Dat is even wennen. Waar ze in het ziekenhuis dag en nacht met twee anderen op de kamer lag en altijd op medisch gebied in de gaten werd gehouden, was het ineens de bedoeling dat ze weer alleen zou slapen. Daarnaast was er niemand in de buurt die iets op medisch gebied voor haar kon betekenen als er iets mis zou gaan. Tot slot wekte haar slaapkamer telkens flashbacks van die avond op. En dat was eng. Dit resulteerde er in dat ze wekenlang bij iemand op de kamer sliep. Soms op een matras bij haar oudste broertje en soms bij haar ouders.
Het duurde een poos voordat Eline het aandurfde om weer alleen te slapen. Ze wist één ding zeker: ze zou niet teruggaan naar haar oude slaapkamer. En dus werd de logeerkamer haar nieuwe kamer. Vanaf toen zat ze op dat gebied veel beter in haar vel.
Angst om alleen te slapen had Noa niet. Ze was eerder blij dat ze weer thuis was, want in het ziekenhuis was ze voor haar gevoel nooit alleen. Vanwege de hittegolf die er destijds was, kwam er regelmatig een verpleegkundige de kamer binnen met een karretje zuurstof. Noa had daardoor het idee dat in het ziekenhuis iedereen als mussen van het dak zouden vallen. Nee, thuis zijn voelde als een verademing. Alleen het slapen zelf was vervelend, omdat ze vroeger altijd op haar buik of zij sliep en nu kon ze alleen maar op haar rug liggen. Dat voelde beklemmend. Naarmate de pijn afnam en Noa weer kon liggen zoals voorheen, nam het beklemmende gevoel ook af.
Overprikkeling was een ander punt waar zowel Noa als Eline last van had. Met name bij sociale situaties. Op zo’n moment voelde Eline veel druk op haar hoofd en merkte ze dat ze snel afdwaalde. Op de een of andere manier kreeg ze het niet meer voor elkaar om langer dan een paar minuten haar hoofd erbij te houden. Daarnaast vond ze het extreem vermoeiend en moest ze in de dagen erna ervan bijkomen. Bij Noa uitte de overprikkeling zich in vermoeidheid en hoge emoties, zoals verdriet en blijdschap. Wat werkte voor Eline, was aangeven aan haar vrienden hoe het zat en hoeveel ze kon volhouden. Noa nam in de dagen erna veel rust.
Waar Noa ook tegenaan liep, was dat ze merkte dat haar omgeving – in de goede zin – over haar praten in plaats van met haar. Dat vond ze vervelend, omdat het aanvoelde alsof ze een ‘charity case’ was. Noa vond het daarnaast moeilijk om hulp te aanvaarden – hoe goed het ook is bedoeld. Ze was voor haar longembolie- en infarct altijd zo zelfstandig geweest. Voor haar gevoel was het iets wat ze alleen zou oplossen. Op een gegeven moment besefte Noa dat anderen haar juist konden helpen bij haar herstel, mits ze aan haar vroegen wat ze nodig had in plaats van het zelf in te vullen voor haar. Nadat ze dit had besproken met haar omgeving, ging het beter.
Zowel Noa als Eline hadden er veel baat bij dat ze hun school/studie op een lager pitje konden zetten. Eline zat op het moment van haar trombosebeen en longembolie in de vierde klas van de havo. Hoewel ze circa drie maanden school en in eerste instantie een aantal tentamens had gemist, liep ze geen vertraging op. Hierdoor kon ze net als haar klasgenoten anderhalf jaar later ‘op tijd’ de landelijke examens doen.
Noa zat op het moment van haar longembolie en -infarct aan het eind van het tweede jaar van haar studie. Ze ging in gesprek met haar universiteit, zette haar studie op een lager pitje en kreeg een vergoeding. Alleen de ‘noodzakelijke’ onderdelen zoals groepsopdrachten bleef ze doen. Dit gaf haar veel rust. Het was fijn dat ze kon herstellen op haar eigen tempo in plaats van alle ballen hoog te houden.
Al met al, ging mentaal herstel niet zonder horten en stoten, maar er zijn een paar dingen die Eline en Noa hebben opgestoken. Het is meer dan oké om hulp te aanvaarden van de mensen om je heen. Hoe moeilijk dat ook kan zijn. Echter moet je wel zelf je grenzen en je behoeftes aan geven. Ook is het belangrijk dat jij en je herstel voorop komen. Misschien dat wij het ‘geluk’ hadden, dat we allebei scholier/student waren en hier soepel mee werd omgegaan, maar de tijd maken voor mentaal herstel is erg belangrijk, en wordt vaak nog onderschat.